Frank Vandewiele

Virtueel de Ventoux beklimmen in de huiskamer, trainen met een lage trapfrequentie op de vaste rollen, mountainbiken op de zwaarste omlopen, spinning met hoge vermogens en andere “kracht” varianten op de fiets zijn “in” tijdens de donkere wintermaanden. 
Nochtans is er bij dergelijke krachttrainingen op de fiets al heel snel sprake van anaerobe krachtuithouding. Deze intensieve oefeningen die de verzuring van de spieren opwekken, passen echter niet in het winterplaatje. 

Tijd dus om een en ander uit te klaren over krachttraining.
1. Vooreerst is de term kracht een vrij omvangrijk begrip. Maximale kracht, aerobe en anaerobe uithoudingskracht, snelkracht en explosieve kracht zijn verschillende eigenschappen waarvoor bovendien een specifieke trainingsaanpak noodzakelijk is. 
2. Heel belangrijk is de maximale krachttraining, niet echt een eigenschap waar wielrenners van wakker liggen, maar een absolute vereiste om andere krachteigenschappen in een later stadium succesvol te ontwikkelen. Het is bovendien een vorm van krachtontwikkeling die NIET op de fiets kan getraind worden, wel in de krachthonk! 
3. Wat wel op de fiets kan en zelfs moet getraind worden is de kracht-uithouding, dit is het volhouden van een zeker percentage van die maximale kracht. Onder andere voor de prestatie bergop is dit een cruciale factor. 
Aangezien de voorspelling van het resultaat hier meestal wordt uitgedrukt in Watt/kg lichaamsgewicht is het voor velen een uitgemaakte zaak dat hoe minder je weegt, hoe beter je bergop rijdt. Hierbij worden twee denkfouten gemaakt:
a. De uitkomst van bovenstaande breuk wordt namelijk ook beïnvloed door het aantal Watt dat iemand in staat is te duwen. Zo kan de mogelijkheid om meer vermogen te leveren, de eventuele toename van het lichaamsgewicht (beiden een gevolg van maximale krachttraining) teniet doen en op die manier toch een betere score opleveren! 
Omgekeerd is het niet denkbeeldig dat de magere renner die toch nog gewicht wil verliezen ook inboet aan kracht en bijgevolg minder vermogen kan wegtrappen. Een lagere waarde en een zwakkere prestatie in het hooggebergte is dan het gevolg. 
b. Om iemands prestatie te voorspellen voor het oprijden van een col, inspanningen dus van verschillende tientallen minuten, speelt het lichaamsgewicht inderdaad een belangrijke rol. Echter, bij het oprijden van hellingen met een klimduur van slechts enkele minuten, is het absoluut te leveren vermogen bepalend voor de prestatie en staat in rechtstreeks verband met de kracht die de beenspieren kunnen leveren.
4. Tot slot willen wij de aandacht vestigen op de krachttraining voor jongeren. Het is een aspect dat lang onder vuur heeft gelegen, niet in het minst door een gebrek aan degelijke studies. Krachtwinst nog voor de puberteit is zeker mogelijk. Niet alleen realiseerbaar maar ook wenselijk omdat het past in een langetermijnvisie met betrekking tot de prestatiebepalende factoren.